+31 020-244 1570 [email protected]

Beton en staal, daarmee wordt in Nederland nog steeds het meest gebouwd. Maar een goed huis kan ook van hout zijn en dat scheel enorm veel CO2-uitstoot.

Een goed huis is niet van hout, maar van steen, zo leert het sprookje van de drie biggetjes. De wolf uit het sprookje blaast het houten huis met gemak omver. Waarschijnlijk was het niet gemaakt van kruislaaghout, ook wel cross-laminated timber (CLT) genoemd: dikke multiplex van kruislings verlijmd naaldhout. Het resultaat is een paneel van zo’n zestien bij drie meter. “Genoeg om grote overspanningen mee te maken voor vloeren en wanden, vergelijkbaar met beton.”

De Rotterdamse architect Marco Vermeulen wijst omhoog naar een boomhut midden op het industrieterrein van Strijp-S. Bezoekers van de Dutch Design Week, eind oktober in Eindhoven, vergaapten zich aan zijn bouwwerk: een brede trap naar een groot panoramadak, beide gemaakt van houtpanelen. Stammen van oude populieren dragen het geheel. Het paviljoen steekt af tegen het grijze beton van de oude Philipsfabrieken.

Bouwen met hout komt nog amper voor in Nederland. Houtskeletbouw gebeurt wel op kleine schaal, maar massief houten vloeren, wanden en plafonds zijn uniek: die zijn in slechts een paar projecten te vinden, vertelt Vermeulen. Hotel Jakarta in Amsterdam is er zo een. Alle wanden en plafonds in het hotel zijn van kruislaaghout. Er zijn plannen voor een houten woonflat in Amsterdam en in Eindhoven moeten houten torens van ruim honderd meter hoog komen.

Bij zulke hoogtes wordt sneller teruggegrepen op beton en staal, bijvoorbeeld als kern in torens. “In principe kom je ook heel hoog met hout, ook wel honderd meter”, zegt Vermeulen, “maar dan wordt de kern van de toren met het oog op de stevigheid erg dik.” Dat is niet gevaarlijk, maar wel duur, ook omdat houtbouw nog zelden voorkomt.

Een stapel schroeven is genoeg

Voor een volledig houten pand is niet veel nodig naast CLT. Een stapel schroeven en eventueel stalen verbindingen voor de zwaarbelaste delen zijn genoeg. Het overgrote deel kan met houtverbindingen worden bevestigd. “De CLT-panelen gaan een grote freesmachine in en komen er als puzzelstukjes weer uit, met uitsparingen voor leidingen en groeven die zo in elkaar passen.”

Dat is misschien wel de grootste winst van houten gebouwen. Hout is veel lichter dan beton en leent zich goed voor prefabricage. “Grote delen van een gebouw kun je van tevoren maken in de fabriek”, vertelt de architect. De kamers van Hotel Jakarta zijn kant en klaar uit de fabriekshal gekomen. Slechts enkele weken daarna staat een gebouw overeind.

Zulke ‘prefab’ bespaart veel tijd en scheelt ook in transport van machines en losse materialen naar het bouwterrein. Beton prefabriceren kan ook, maar door het gewicht ervan kan dat slechts met delen van vloeren en wanden. Vermeulen: “Met hout kun je een hele woonkamer op de vrachtwagen zetten.”

Vermeulen onderzocht eerder de potentie van houtbouw voor de provincie Zuid-Holland, Nederlands dichtbevolktste regio. De bouwsector staat namelijk voor een enorme opgave: per jaar moeten er in Nederland gemiddeld 75.000 woningen bij om de woningnood op te vangen. Vorig jaar zijn er 66.000 woningen uit de grond gestampt, maar dit jaar – met een rem op bouwvergunningen door de stikstofcrisis – zal het aantal volgens de vereniging van projectontwikkelaars Neprom rond de 40.000 blijven hangen.

Vooralsnog bestaan die huizen voornamelijk uit staal en beton. De productie daarvan zorgt voor 17 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Om staal en beton te maken gaan ijzererts en kalksteen een brand­oven met temperaturen van boven de 1000 graden. Daar is een hoop fossiele energie voor nodig. En bij de chemische splitsing van kalksteen komt veel koolstof vrij.

Elke kubieke meter hout scheelt 1,1 ton CO2

Als de 1 miljoen extra huizen die Nederland tot 2030 nodig heeft van hout gemaakt worden, scheelt dat 55 miljoen ton CO2, berekende Vermeulen voor Zuid-Holland. Ter vergelijking: dat is ongeveer de jaarlijkse uitstoot van de industriesector in Nederland. Hij baseert zich op cijfers van de universiteit van Hamburg: elke kubieke meter hout die stenen materiaal vervangt, zou 1,1 ton minder CO2 uitstoten.

Ook Canadees onderzoek rapporteert CO2-besparing bij houtbouw. De analyse neemt alles mee, van grondstof tot bewerking en vervoer naar de bouwplaats. Als casus neemt deze studie een kantoorgebouw van 1400 vierkante meter en vijf verdiepingen. Dit pand van hout bouwen in plaats van staal en beton scheelt 4000 ton CO2-uitstoot.

Wel waarschuwt de studie dat er bij de productie van lijm voor CLT-panelen aardgas nodig is. Dit aandeel staat niet in verhouding tot het olie- en steenkoolverbruik van staal en cement, maar is wel een belangrijk aandachtspunt. Vermeulen: “Nu wordt er vaak geen plantaardige lijm gebruikt, maar dat kan wel. Er is veel ontwikkeling op dit gebied, bijvoorbeeld bio-lijm van lignine.”

Lijm van deze houtstof kan ook vochtaanslag voorkomen en vloeren en wanden nog bestendiger maken. CLT is dan wel minder zwaar, maar niet minder sterk. De sterkte-gewichtsverhouding van hout is vergelijkbaar die van met staal, en zelfs hoger dan die van cement. Hout kan zijn eigen gewicht goed dragen. In een test voor aardbevingen blijkt het daarom meer weerstand te bieden.

Bossen leveren nu weinig op

Houtbouw scheelt niet alleen CO2 tijdens productie en transport, hout kan ook koolstof vasthouden. De koolstof die een volwassen boom heeft opgenomen in de stam, komt niet vrij als je er CLT van maakt, zegt Vermeulen. Zo’n twee derde van de koolstof blijft in het hout gevangen, de boomwortels blijven achter in de grond.

Voor houtbouw is bomenkap nodig, maar dat hoeft volgens Vermeulen niet tot ontbossing te leiden: “Met duurzame bosbouw kap je selectief bomen en plant je direct terug, bij voorkeur met een andere soort. Dit houdt het bos in stand en verbetert ook de biodiversiteit in Nederlandse bossen. Die is nu namelijk heel beperkt.”

Met hout van eigen bodem dat niet onder beschermde natuur valt, kunnen we volgens hem jaarlijks 22.000 eengezinswoningen bouwen. Hout uit deze bossen wordt nu vooral voor papier, biomassa en luciferstokjes gebruikt.

Zonde, vindt de architect, zeker als het om biomassa gaat, want die zorgt ervoor dat er juist CO2 vrijkomt. Vermeulen ziet liever dat er meer hout naar de bouw gaat: “De bossen leveren nu heel weinig op. Als je er bouwmateriaal van maakt, creëer je meer waarde.” Hoe dan ook is er meer hout nodig om aan de woningvraag te voldoen, zegt hij, bijvoorbeeld door meer bos aan te planten of hout te importeren.

Bijna alles zonder nadenken in beton gestort

Coen van Rooyen, directeur van de vereniging van bouwondernemers NVB Bouw, wil beton nog niet afserveren: “Hout is minder flexibel en kan minder gewicht houden dan beton.” Bij hoogbouw is zwaar beton daarom vaak de logische keus. Om dezelfde weerstand tegen harde wind te bieden zou meer hout nodig zijn, en dat is prijzig. Maar: “Voor CO2-reductie is hout top en ben ik fan.”

Nu al volledig overgaan op hout is onverstandig, zegt Van Rooyen. “De capaciteit om op grote schaal te innoveren is er nu niet. Bovendien hebben we beton hard nodig in de huidige wooncrisis.”

Zowel Van Rooyen als Vermeulen ziet heil in een geleidelijke transitie waar hout naast beton kan bestaan – geen of/of, maar en/en. Vermeulen: “Bijna alles wordt nu zonder nadenken in beton gestort. We moeten materialen bewuster toepassen en gebruiken waar ze het beste voor zijn.”

Zie ook de link naar het artikel uit Dagblad Trouw.

Investeren 

in EcoCabins

Heeft u interesse om te investeren in EcoCabins? Laat uw gegevens achter en we nemen contact met u op om de actuele mogelijkheden door te nemen.